
Infectieziekten in grote koppels rundvee doven zelden spontaan uit. “Dat maakt dat je infectieziekten alleen met een protocollaire aanpak buiten de deur krijgt en houdt”, aldus GD-rundveedierenarts Frederik Waldeck. Tijdens het VeeKompas Voorjaarssymposium zal hij laten zien hoe je als dierenarts protocollaire aanpak in de praktijk uitrolt.
Frederik Waldeck is rundveedierenarts. Voordat hij in 2014 bij de GD in dienst trad, werkte Waldeck tien jaar als practicus, waarvan de laatste zes jaar bij de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk. Hij heeft infectieziekten, waaronder BVD en IBR, als speciaal aandachtsgebied.
BedrijfsGezondheidsPlan als vertrekpunt
“Als melkveebedrijven groeien zien we op het gebied van diergezondheidsmanagement vaak twee dingen gebeuren: het personeelsbestand groeit én de infectiedynamiek verandert. De veterinaire risico’s nemen daarmee toe en afwachten tot een infectie de kop op steekt en dan reageren, volstaat niet meer. Het is belangrijk om je als practicus proactief op te stellen. Het jaarlijkse BedrijfsGezondheidsPlan is een prima opstap om afspraken over de monitoring en aanpak van dierziekten op papier te zetten. Binnen dat kader werk je vervolgens per ziekte een protocol uit. Tijdens het Voorjaarssymposium laat ik aan de hand van BVD zien, hoe je dat praktisch uitrolt.”
Je veehouder enthousiasmeren
“Je eigen enthousiasme om werk te maken van infectieziekten is doorslaggevend om een veehouder te overtuigen. Ook al ervaren veehouders het soms op korte termijn als belastend, op de lange termijn is het een goede investering. Een veehouder, oud-klant, zei laatst tegen mij: “Toen we ermee begonnen heb ik me wel eens afgevraagd waar het allemaal voor nodig was, IBR- en BVD-vrij. Maar nu ik met pensioen ga, staan collega’s in de rij om mijn koeien te kopen. Ik had nooit gedacht dat ik er zo’n mooi pensioen aan over zou houden.” Met dat compliment ben ik er nog meer van overtuigd dat de bestrijding van infectieziekten zichzelf voor de veehouder terugverdient.”