Monitoring staat aan de basis van de hoge Nederlandse diergezondheidsstatus. Aan de hand van de huidige bluetonguedreiging en een aantal pilotstudies illustreerde Linda van Wuijckhuise het belang van het delen van uw observaties voor alle spelers in de dierlijke productieketen. Ook gaf de rundveedierenarts van GD tijdens de voorjaarssymposia een update over de actuele zaken vanuit de GD Veekijker.
Bluetongue staat aan de grens
Aan de hand van een korte DDx-quiz liet Van Wuijckhuise zien dat het niet makkelijk is om aan de hand van één enkel beeld een diagnose te stellen. De foto’s legden de nadruk op bluetongue.

In diverse landen om ons heen is de BTv-4 variant van deze ziekte namelijk al gesignaleerd. Via knutten verspreidt bluetongue zich verder en rukt op naar ons land. Huidige trends laten zien dat er op korte termijn weer risico is op een uitbraak van bluetongue in Nederland. Om verspreiding te voorkomen is vroegtijdige signalering noodzakelijk, zodat passende maatregelen genomen kunnen worden. Wanneer u vermoedens heeft van een geval van bluetongue, kunt u dit melden bij de NVWA.

Samen de diergezondheid op hoog peil houden
De monitoring- en tweedelijnsdiergezondheidsservice GD Veekijker is er voor de sectoren rund, schaap/geit en kip/varken. De sector en de overheid financieren dit in gelijke mate. Dierenartsen en veehouders vormen de basis van de Veekijker door te bellen voor vragen, onduidelijkheden en meldingen.

De GD-dierenartsen bundelen en bespreken deze data. Wanneer de data vanuit de Veekijker aanleiding geven, voert GD pilotstudies uit. Resultaten hiervan dragen bij aan de vroegtijdige signalering van trends, uitbraken en nieuwe fenomenen. Uit gegevens over de jaren blijkt dat er minder telefoontjes binnenkomen bij de Veekijker en GD zoekt naar ideeën om die trend te keren. Een suggestie uit de zaal is om ook andere erfbetreders, zoals voerleveranciers en klauwbekappers, attent te maken op de mogelijkheid om de GD Veekijker te raadplegen. Daarnaast benadrukt Van Wuijckhuise dat ook meldingen van op zichzelf staande gevallen van belang zijn; er kan meer achter schuilen dan u soms denkt!
Pilotstudies kleine kalveren en Schistosoma reflexum
Bij de Veekijker kwamen meldingen binnen van klein geboren kalveren (lichter dan 30 kilo). Literatuurstudie toont aan dat er meerdere factoren zijn die de grootte van het kalf beïnvloeden. In de pilotstudie zijn elf bedrijven meegenomen van tien dierenartsenpraktijken. Uiteindelijk zijn slechts 29 kalveren gemeld. Op basis van de pilot zijn geen duidelijke oorzaken aan het licht gekomen.
Naar aanleiding van een melding van een dierenartsenpraktijk is ook een pilotstudie naar Schistosoma reflexum gestart. Deze praktijk had zeven bedrijven binnen een straal van 5 kilometer waarop een kalf met Schistosoma reflexum is aangetroffen en één bedrijf met een lam. Tot nu toe zijn nog geen eenduidige risicofactoren gevonden.

Lichte toename antibioticumgevoeligheid E. coli (K99)
Het aantal inzendingen voor antibiogrammen is in 2014 toegenomen en het percentage ongevoelige isolaten lijkt licht afgenomen.

Dat en nog veel meer trends en tendensen leest u in het jaarverslag monitoring 2014 dat onlangs is verschenen. Dankzij de vragen en inzendingen van u en uw collega’s beschikt u met het jaarverslag over een goed beeld de actuele veterinaire issues in de Nederlandse veestapel, kunt u beter adviseren en anticiperen en bijdragen aan een duurzame en economisch sterke melkveehouderij.