Tijdens de voorjaarssymposia benadrukt Frederik Waldeck, rundveedierenarts bij GD het belang van protocollair werken en laat zien hoe u als dierenarts met adequate tools bedrijven maatwerk biedt om hun diergezondheidsrisico’s te beheersen.
BedrijfsGezondheidsPlan als basis voor protocollen
De aanpak van infectieziekten is gebaseerd op de piramide van Lindberg en Houe, gemodificeerd door Laureyns. Deze geeft aan dat vaccinatie en preventie de biosecurity kunnen verhogen. Dierenartsen dragen vanuit hun kennis van diergezondheid en diergezondheidsrisico’s bij aan deze preventie. Het BedrijfsGezondheidsPlan (BGP) vormt hierbij het uitgangspunt. Aan de hand van het BGP maken veehouder en dierenarts samen afspraken over de monitoring en aanpak van dierziekten, leggen die vast en werken binnen dat kader protocollen uit.

Hoog risico van insleep van ziekten op melkveebedrijven
Op melkveebedrijven spelen diverse insleepfactoren een rol. Zo blijkt uit Nederlands onderzoek dat wekelijks gemiddeld 5,2 professionele bezoekers op het erf komen. Daarnaast spelen factoren als beweiding en aankoop van dieren met onbekende status, ofwel ‘Trojaanse runderen’, een rol bij insleep. “Afwachten tot een infectie de kop opsteekt en dan reageren volstaat niet meer, het is belangrijk om je als practicus proactief op te stellen.”

Risico’s inzichtelijk maken voor de veehouder
Waldeck illustreert aan de hand van BVD hoe u als practicus de veehouder wel op de risico’s wijst, zonder als politieagent op te treden. Bewustwording en erkenning van het BVD-probleem zijn essentieel voor een succesvolle aanpak. BVD is een belangrijk probleem om aan te pakken in verband met economische schade. Het aanstaande vrijwillige bestrijdingsprogramma maakt bovendien dat veel veehouders zich willen oriënteren op de actuele status van hun bedrijf. Bij de insleep en verspreiding van BVD speelt het gedrag van de veehouder een grote rol.
In Schots onderzoek uit 2013 erkende slechts 24 procent van de melkveehouders met een aangetoonde BVD-besmetting in de koppel het probleem. Maar zelfs zij waren niet genegen om biosecurity-maatregelen te nemen om verspreiding te voorkomen of geen dieren meer als fok- en gebruiksvee te verkopen. Uit hetzelfde onderzoek kwam naar voren dat biosecurity-maatregelen die insleep voorkomen het meeste effect hebben. Uit Iers onderzoek (2012) blijkt dat 72 procent van de veehouders wel weet wat biosecurity is, maar geen idee heeft hoe dat te implementeren in hun bedrijfsvoering.
Biosecurity ‘vertalen’
Als dierenarts bent u bij uitstek toegerust om de vertaalslag te maken van het abstracte begrip ‘biosecurity’ naar concrete maatregelen en protocollen op bedrijfsniveau. Leg samen met de veehouder een protocol vast voor bijvoorbeeld
- aanvoer van dieren met een onbekende status, bijvoorbeeld een pinkenstier
- aanvoer van drachtige dieren (BVD)
- uitscharen jongvee of opfok op andere locatie
Zo maakt u biosecurity tastbaar en van veterinair advies een product dat de veehouder ontzorgt. Om de veehouders mee te nemen in het verhaal heeft GD diverse tools ontwikkeld voor risicoanalyses. Checklists voor diverse infectieziekten, waaronder BVD, geven snel inzicht in de specifieke risico’s op een bedrijf.
Protocollair werken aan BVD
Op basis van de risicoanalyse en het BGP kunnen veehouder en dierenarts besluiten om bijvoorbeeld BVD aan te pakken. Biosecurity, zonodig aangevuld met vaccinatie, het verwijderen van dragers en het monitoren van de status vormen de basisstructuur van de aanpak.
- Nulmeting: de GD QuickScan BVD is een goede eerste screening om te weten waar een bedrijf staat. Aan de hand van de uitkomst en de doelstellingen van de veehouder bepaalt u samen de verdere strategie.
- Biosecurity: met de veehouder brengt u vervolgens de belangrijkste risicofactoren in kaart, bespreekt de biosecurity-maatregelen en legt die vast.
- PI-dieren: u maakt een plan van aanpak voor de afvoer van eventuele dragers.
- Monitoring: Tenslotte maakt u afspraken over de monitoring en bewaking van de BVD-status, afhankelijk van de doelstellingen van de veehouder en de risico’s.
- BVD-vrij certificering voor bedrijven die vrij zijn of dat willen worden.
- BVD Tankmelk Onverdacht controleert steekproefgewijs op nieuwe besmetting van het melkvee.
- Met de BVD Jongvee AntistoffenMonitor controleert u twee keer per jaar ongevaccineerde kalveren op afweerstoffen. Zo houdt u zicht op een eventuele recente BVD-viruscirculatie.
- Een snelle detectie van nieuwe dragerkalveren kan door elk aangehouden kalf te onderzoeken op BVD-antigeen via bloed of oorbiopt.
- Beheersen infectiedynamiek: mochten onverhoopt afweerstoffen aanwezig zijn, dan adviseert u over de beste aanpak om de infectiedynamiek te beheersen.
Wilt u een compleet overzicht van de mogelijkheden om BVD aan te pakken, kijk dan bij de BVD beslisboom. Een dergelijke protocollaire aanpak is voor elke infectieziekte toepasbaar en brengt het beheersen van infectiedynamiek binnen ieders bereik. Pakt u de handschoen op?
