Circovirus

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Circovirus

Het Porcine circovirus type 2 (PCV-2) komt wijdverbreid voor. Uit een onderzoek naar de aanwezigheid van afweerstoffen tegen PCV2 in Nederland bleek dat op alle onderzochte bedrijven een PCV2-infectie aanwezig was. Dit komt overeen met de resultaten in de ons omringende landen. Op bedrijven waar het virus voorkomt, is gebleken dat bij 80 tot 100 procent van de zeugen en oudere vleesvarkens antistoffen voorkomen.  
Het virus kan een rol spelen bij diverse ziektebeelden. Ziekten, waarin PCV2 een rol speelt, worden aangeduid met de term PCVAD (Porcine Circo Virus Associated Diseases).  
  1. Het bekendste ziektebeeld is PMWS, officieel Postweaning Multisystemic Wasting Syndrome, vaak aangeduid als 'wegkwijnziekte'. Dit ziektebeeld werd in 1991 bij (gespeende) biggen en (jonge) vleesvarkens in West-Canada opgemerkt. In 1996 werd voor het eerst een verband beschreven tussen PMWS en het PCV2-virus). Sinds 1998 wordt dit ziektebeeld ook in Nederland gezien. PMWS leidt vaak tot een sterk verhoogde uitval tussen 6 en 16 weken leeftijd. PMWS geeft problemen met verschillende lichaamsfuncties. Longen, nieren, lever, maag en darmen kunnen aangetast worden. Dieren worden daardoor ook bleek. De laatste jaren wordt dit ziektebeeld niet vaak meer gezien.

  2. Daarnaast wordt PDNS gezien (Porcine Dermatitis en Nefropathie Syndroom). PDNS geeft typische nier- en huidafwijking, met als voornaamste zichtbare kenmerk de rode huidvlekken, vooral op de hammen. Dit beeld kan voorkomen bij een enkel dier, tot bij 10 procent van de dieren. Dit ziektebeeld lijkt veel op verschijnselen die ook bij varkenspest kunnen optreden. Op veel bedrijven waar dieren lijden aan PMWS komt in het vervolg van het ziekteverloop ook PDNS voor. Het beeld van PDNS wordt veroorzaakt door de aanmaak van grote hoeveelheid antistoffen door het immuunsysteem van het varken, waarna zogenaamde immuuncomplexen worden gevormd die aanleiding zijn tot bloedvatbeschadigingen.

  3. PCV2 speelt verder een rol bij aandoeningen van de luchtwegen, darmen, bloedvaten en het zenuwstelsel. Ook vruchtbaarheidsaandoeningen bij zeugen worden door PCV2 veroorzaakt, vooral bij jonge zeugen kunnen mummies en doodgeboren biggen worden gezien.

Er worden drie hoofdtypen beschreven van het PCV-2-virus, namelijk:

  • type a: aanwezig voor de 'grote' PCV2 uitbraken, en tevens de basis voor alle commerciele PCV2-vaccins,
  • type b: in koppels met PMWS, voorkomend vanaf de periode 2000 tot 2005, en
  • type c: alleen aangetoond in Denemarken
  • type d: een mutant van PCV2 type b, welke sinds kort in de VS wordt gezien, maar mogelijk al langer in Europa en Azië circuleert.

Terug naar het begin van dit artikel

Diagnose van het Circovirus

Klinische verschijnselen

  • PMWS (wegkwijnziekte): vermageren, vergrote lymfeklieren, kortademigheid, diarree, bleekheid, koorts, niezen, oogslijmvliesontsteking, geel worden. Daarnaast kunnen ook maagzweren, zenuwverschijnselen, acute sterfte (door hartspierontsteking) en gewrichtsontstekingen voorkomen.
  • PDNS: hierbij is de huid van de varkens bleek. Verder zijn er op de achterhand en tussen de dijen huidbloedingen en huidontstekingen die in elkaar overvloeien, waardoor de typische rode vlekken ontstaan.
  • Vruchtbaarheidsproblemen bij zeugen (vooral bij gelten): verwerpen of de geboorte van dode biggen of mummies. Het PCV2-virus kan aangetoond worden in de verworpen of dode vruchten.

Sectie-onderzoek van varkens

Voor de diagnose PMWS zijn vijf varkens nodig die het typische klinische beeld vertonen.  Wanneer bij drie van de vijf varkens op weefselniveau de typische afwijkingen worden gevonden in lymfklierweefsel en daarnaast een hoge hoeveelheid virus, dan is dat een onderbouwing van de diagnose PMWS. Deze combinatie van kliniek, weefselafwijkingen en een hoge hoeveelheid virus vormt de diagnose. Dit is belangrijk, omdat ook gezonde varkens een hoge hoeveelheid virus in serum of weefsel kunnen hebben, terwijl dan niet gesproken kan worden van PMWS.

Bloedonderzoek

Voor onderzoek op antistoffen zijn een IgM- en een IgG-ELISA-test beschikbaar. De combinatie van deze twee geeft een indicatie over het moment van infectie. Met behulp van de PCR kan ook het PCV2-virus aangetoond worden in bloed. 

Onderzoek van speeksel   

GD beschikt over testen om zowel het PCV2-virus als de (IgG-) antistoffen tegen PCV2 aan te tonen in speeksel. Meer informatie hierover kunt u vinden onder “Happy Bite”.

Terug naar het begin van dit artikel

Risicofactoren voor het Circovirus

Verspreiding van het virus

Vooral de aankoop van besmette varkens, en de verspreiding via mest zijn belangrijk. Varkens besmetten elkaar bijvoorbeeld via wondjes die ontstaan zijn na vechten. De spreiding van het virus binnen hokken verloopt snel, maar de spreiding tussen hokken verloopt langzamer. Het PCV2-virus wordt uitgescheiden via neusslijm, mondvocht, urine en mest. Zeugen kunnen besmet worden via het sperma. Het circovirus kan zich ook via de baarmoeder van de zeug naar de big verplaatsen.  

Risicofactoren voor PMWS

Risicofactoren voor het aanslaan van de ziekte PMWS bij de biggen, zijn:
  • infectie met PCV2-virus type b (ook wel genotype 1 genoemd)
  • vroege besmetting (drie weken of jonger) met een hoge hoeveelheid PCV2-virus
  • zeugen met een PCV2-infectie of met lage hoeveelheid antistoffen in het bloed
  • geen of te weinig biestopname na de geboorte
  • tegelijkertijd optredende besmettingen met andere ziekten (PRRS, Mhyo)
  • hoge mate van overleggen van biggen in de kraamstal

De GD heeft verschillende onderzoeken uitgevoerd, samen met het CVI in Lelystad in opdracht van het PVE (publicatie Wellenberg, 2004). Uit een oriënterend onderzoek naar de aanwezigheid van afweerstoffen tegen het PCV2 (PCV2) op Nederlandse varkensbedrijven, bleek het virus wijdverbreid aanwezig. Ook op zeer veel bedrijven zonder problemen met PMWS of PDNS.
Uit een analyse komt verder naar voren dat op PMWS-probleembedrijven in vergelijking tot controlebedrijven vaker PRRS, parvo, hersenvliesontsteking, coccidiose en speendiarree worden opgemerkt; vaker tegen PRRS en mycoplasma wordt gevaccineerd; grotere tomen worden geboren, er meer problemen met biestproductie zijn, meer biggen binnen 48 uur worden overgelegd en het klimaat voor de zeugen minder optimaal is. Bovendien bleek dat bedrijven met Angelsaksische genetica via zeugen of sperma relatief vaker betrokken waren.

Invloed van circovirusinfecties bij ademhalingsziekten in vleesvarkens

Door de GD is een onderzoek verricht naar de rol van het Circovirus bij ademhalingsziekten in vleesvarkens op 29 bedrijven (publicatie Wellenberg 2010). De samenvatting van dat onderzoek is:
  • PCV2-infecties komen op alle onderzochte bedrijven voor.
  • Meer dan 79 procent van de PCV2- infecties vindt plaats op het vleesvarkensbedrijf.
  • PCV2-infecties rond de tien tot twaalf weken leeftijd resulteren in meer afwijkende longen bij slachten dan infecties die later optreden.
  • In gezond longweefsel wordt vaak PCV2 aangetroffen.
  • PCV2 veroorzaakt longaandoeningen vooral in combinatie met andere kiemen.

​Terug naar het begin van dit artikel


Aanpak van het Circovirus

Vaccinatie

De varkenshouderij heeft de beschikking over uitstekende vaccins tegen PCV2. Deze vaccins beschermen de varkens voor een groot deel tegen de klinische verschijnselen van de ziekte. Een infectie wordt echter niet altijd voorkomen. Wanneer dragende zeugen (vooral gelten) voor het eerst in aanraking komen met het circo-virus (PCV2), kunnen Parvo-achtige verschijnselen als gemummificeerde en doodgeboren vruchten het gevolg zijn. Een PCV2-vaccinatie voor het dekken kan dit voorkomen.

Management

Naast vaccinatie dient de nodige aandacht te worden besteed aan verbetering van het bedrijfsmanagement.
  • De gelten en zeugen dienen een goede weerstand tegen de bedrijfseigen ziektekiemen te kunnen opbouwen. Een goede quarantaine- en adaptatiestal is een vereiste, de aangevoerde gelten moeten hier minimaal twaalf weken verblijven.
  • Voeding in de dracht en de genetica (rassenkeuze) verdienen aandacht om te zorgen voor vitale biggen met een voldoende geboortegewicht.
  • Bij de overgang van dracht- naar kraamstal zijn een goede voeroverschakeling, huisvesting, klimaatbeheersing en watergift belangrijke aandachtspunten voor de zeug. 
  • Het is belangrijk dat de uiers van de zeugen goed melk kunnen produceren van de voorste tot en met de achterste spenen.
  • Een goede biestproductie in de eerste 24 uur na de geboorte van biggen is belangrijk, de biggen moeten in die periode maximaal biest op kunnen nemen. 
  • Het overleggen van biggen dient te worden beperkt, en pas na 24 uur na de geboorte uitgevoerd te worden. De biggen moeten biest van de eigen moeder opnemen. 
  • De ijzervoorziening van de biggen is van belang (ijzertoediening tussen de eerste dag en drie dagen na de geboorte).
  • Mengen van biggen bij spenen of bij opleg in de vleesvarkensstal moet worden beperkt.
  • Een goede voer- en wateropname van de biggen voor en na het spenen is belangrijk.
  • De klimaatbeheersing moet goed functioneren: de voelers dienen op de juiste plaats te hangen en ook goed te werken.
  • Voer de reiniging (met een inschuimmiddel/vetbreker) en desinfectie van afdelingen consequent uit. Hierdoor blijft de besmettingsdruk vanuit de omgeving op een zo laag mogelijk niveau.
  • Verwijder zieke dieren uit de hokken en leg ze in een apart hok in de afdeling. Dit verdient de voorkeur boven het samenbrengen van de zieke dieren in de ziekenboeg, omdat deze minder vaak leeg en schoon wordt gemaakt.
  • Vaccineer gelten en zeugen schematisch en consequent. Vaccineer biggen tegen PRRS en/of Mycoplasma, uitsluitend op geleide van diagnostiek, en op het juiste moment. Vaccinatie op een onjuist tijdstip lijkt soms de problemen te verergeren.

De rol van GD bij het Circovirus


​De GD kan u op meerdere manieren van dienst zijn:

  • Onderzoek van bloedmonsters, speeksel en neuswabs om het PCV2-virus of antistoffen aan te tonen.
  • Sectie-onderzoek om het virus of typische weefselafwijkingen te vinden.
  • Via de GD Veekijker kunt u of uw dierenarts telefonisch vragen stellen over de aanpak van ziekte problemen door circovirus. 
  • Indien gewenst kan GD een bedrijfsbezoek brengen om de bedrijfssituatie te analyseren, problemen in kaart te brengen en advies te geven.

Terug naar het begin van dit artikel

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.