Kittens besmet met hoogpathogene vogelgriep H5N1 in Nederland

Zoomfunctie

Moeite met het lezen van de tekst? Vrijwel alle populaire browsers geven u controle over hoe groot websites worden weergegeven.

  • Windows
    Mac OS
  • Zoom in
  • Zoom uit
  • Zoom 100%
  • Muiswiel op / neer

Diersoorten

Kittens besmet met hoogpathogene vogelgriep H5N1 in Nederland

4-12-2025:  Op 19 november 2025 is monstermateriaal afkomstig van twee kittens van ongeveer 2 maanden oud, positief getest op hoogpathogene vogelgriep (HPAI), H5N1. Dit is de eerste bekende casus van een HPAI H5N1-besmetting bij katten in Nederland. In verschillende andere landen zijn eerder besmettingen gemeld van HPAI bij katten.

Casus

In november heeft een dierhouder contact gezocht met Royal GD in verband met sterfte van twee kittens. Er is geadviseerd om de kittens aan te bieden voor pathologisch onderzoek. Hierbij vond de patholoog een afwijkend beeld in de hersenen. Nadere diagnostiek door middel van sequencing toonde H5N1 aan. Bij sectie op de twee kittens werden geen andere mogelijke oorzaken van sterfte gevonden. Op basis van deze bevindingen is contact gelegd met de NVWA en in overleg afgesproken om materiaal van de kittens ter bevestiging naar WBVR te sturen. Door WBVR is met confirmatieonderzoek de diagnose H5N1 bevestigd.

De kittens kwamen uit een nest dat eind augustus 2025 geboren is. De overige zes kittens zijn op een leeftijd van ongeveer 2 maanden naar verschillende nieuwe eigenaren gegaan. De kittens waarbij HPAI is aangetoond, zijn bij de eigenaar overleden. Zover nu bekend zijn vier kittens ook overleden of geëuthanaseerd, al dan niet na intensieve veterinaire zorg. Deze vier zijn niet onderzocht op vogelgriep, maar vertoonden wel neurologische verschijnselen en krachtverlies wat kan wijzen op een besmetting met HPAI. De kittens zijn vanwege de klachten gezien door verschillende dierenartsenpraktijken. Vanwege de niet-specifieke verschijnselen werd er aan meerdere ziektes gedacht, maar zijn er geen definitieve diagnoses gesteld.

De eigenaar heeft aangegeven dat de moederkat eind oktober een karkas van een wilde vogel heeft meegenomen en dat de kittens deze waarschijnlijk hebben opgegeten. Mogelijk dat deze vogel besmet was met vogelgriep en dat de kittens op die manier geïnfecteerd zijn geraakt. Op basis van de genoomanalyse blijkt dat het virus een hoogpathogeen H5N1-virus is, genotype DI.2.1. Uit fylogenetische analyse blijkt dat het virus clustert met de virussen die momenteel in Nederland en andere Europese landen circuleren, zowel bij wilde als gehouden vogels.

Vervolgacties – humaan, veterinair

De drie volwassen katten die nog op de locatie van het nest aanwezig waren, waaronder de moeder van het nest kittens, zijn door de NVWA bemonsterd (keelswabs en rectale swabs). Deze bleken, na onderzoek door WBVR, negatief voor HPAI H5N1. De eigenaar van het nest heeft ook een bedrijf met melkgeiten. De melkgeiten vertoonden geen klinische verschijnselen van vogelgriep. De melkgeiten zijn ook bemonsterd door de NVWA en negatief bevonden voor HPAI H5N1.

De NVWA heeft de lokale GGD geïnformeerd over de situatie. Zij hebben contact gehad met de eigenaren van de kittens. Niemand van de betrokken personen heeft klachten ontwikkeld. De incubatietijd is inmiddels verstreken dus de verwachting is dat de betrokken personen ook geen klachten meer gaan ontwikkelen.

Duiding

Het is bekend dat katten, net als andere zoogdieren, vogelgriep kunnen krijgen. Dit is de eerste keer dat het HPAI H5N1-virus is aangetoond bij een Nederlandse kat. In Nederland is het virus wel gevonden in onder andere vossen. In verschillende andere landen zoals Polen, Frankrijk, de Verenigde Staten en Zuid-Korea, zijn eerder meldingen geweest, waarbij katten verschijnselen vertoonden passend bij vogelgriep en dood zijn gegaan aan het virus. In februari 2025 zijn in België twee katten met vogelgriep besmet besmet geraakt op een pluimveebedrijf. Deze katten vertoonden ernstige symptomen en zijn geëuthanaseerd. Dit was het eerste bekende geval van vogelgriep bij katten in België. Bij deze casus werd als mogelijke besmettingsbron aan het eten van besmette eieren of het drinken van besmet water gedacht.

Bij infecties van katten in Zuid-Korea en de Verenigde Staten is vastgesteld dat de besmettingsbron het eten van rauw vleesvoeding was.

Weliswaar is de hier beschreven casus de eerste keer dat het HPAI H5N1-virus is aangetoond bij een Nederlandse kat met verschijnselen. In onderzoeken van de Faculteit Diergeneeskunde zijn bij Nederlandse katten wel eerder antilichamen aangetoond tegen H5 aviaire influenza. In het eerste onderzoek werden bij 11,8% van zwerfkatten in de periode van 2020-2023 H5-antilichamen aangetoond. In het tweede onderzoek in de periode januari-augustus 2024 werd bij 2,8% van huiskatten die buitenkomen H5-antilichamen aangetoond. Vergelijkbare percentages werden gevonden bij honden in de periode van 2021-2023: bij 13,3% van de jachthonden en 3,7% van de huishonden werden antilichamen tegen H5 aviaire influenza aangetoond. Deze honden en katten vertoonden geen verschijnselen passend bij vogelgriep en er werd ook geen genetisch materiaal van het HPAI H5N1-virus gevonden in deze honden en katten.

Meldplicht

In juli 2023 is er een meldplicht ingesteld voor vogelgriep bij zoogdieren door een wijziging van de Regeling diergezondheid. Onderzoeksinstellingen en laboratoria die monsters hebben onderzocht van, in het wild levende of gehouden, zoogdieren op de aanwezigheid van HPAI zijn bij een positieve uitslag van een H5/H7 specifieke ELISA-, HAR-, of PCR-test verplicht om melding te doen bij de NVWA. Het gaat hierbij zowel om monsters genomen van dode als levende dieren. De meldplicht geldt ook voor houders van dieren, tijdelijke houders van wilde dieren (wildopvangcentra) en voor dierenartsen die een dier hebben laten onderzoeken door een buitenlands laboratorium, wanneer zij een H5/H7 specifieke positieve uitslag van een ELISA-, HAR- of PCR-test ontvangen.

Bij verdachte klinische verschijnselen bij zoogdieren hoeft geen melding gedaan te worden bij de NVWA, de meldplicht voor zoogdieren geldt enkel voor een positieve testuitslag. Bij het doen van een melding bij de NVWA, zullen contactgegevens van de houder/eigenaar gevraagd worden.

In het geval van klinische verschijnselen bij pluimvee dient altijd een melding te worden gedaan bij de NVWA.

Adviezen voor de praktijk

Risicofactoren voor een mogelijke besmetting met vogelgriep zijn het jagen en/of eten van wilde vogels en de consumptie van rauw vleesvoeding. Indien katten of honden binnen een week na contact met een (mogelijk besmette) vogel verschijnselen gaan vertonen is het van belang een dierenarts te raadplegen.

De mogelijke symptomen bij katten met een infectie met H5N1 vogelgriep zijn weinig specifiek. Het beeld kan subklinisch zijn, maar meestal leiden infecties tot een ernstiger klinisch beeld. Vanaf een dag na infectie kan hoge koorts ontstaan. Na meerdere dagen kunnen daar verschijnselen bij komen van onder andere: sloomheid, oogontsteking, neusuitvloeiing, hijgen of benauwdheid. In ernstige gevallen kunnen neurologische verschijnselen zoals trillen, een wankele gang, bewustzijnsverlies en convulsies worden gezien. Bij milde verschijnselen kan ondersteunende therapie (o.a. NSAID’s, vloeistoftherapie) overwogen worden; bij ernstige neurologische verschijnselen is de prognose zeer slecht. Toedienen van antivirale middelen is in dit geval wettelijk niet toegestaan; deze middelen zijn gereserveerd voor humaan gebruik.

Als de kat wordt opgenomen in de dierenartspraktijk is het van belang de kat zoveel mogelijk te isoleren van andere patiënten. Er wordt geadviseerd om bij het onderzoek en de verzorging van de kat handschoenen, een veiligheidsbril en een FFP-2 mondmasker te dragen.

Ten aanzien van reiniging en desinfectie gelden standaard adviezen voor de dierenartspraktijk.

Adviezen voor eigenaren

Het is verstandig voor eigenaren om contact van huisdieren met (dode) wilde vogels zoveel mogelijk te beperken, zeker indien er in de omgeving sprake is van vogelgriepvirus besmettingen bij wilde vogels. Zie onder 'meer informatie' de link naar de meeste recente kaarten. Honden kunnen in dat geval beter aangelijnd worden en katten, waar mogelijk, binnengehouden worden.

Overdracht van vogelgriep tussen dieren binnen een huishouden is onwaarschijnlijk, maar kan niet uitgesloten worden. Het is daarom raadzaam om een klinisch ziek dier zoveel mogelijk apart te houden van andere dieren in het huishouden.Overdracht van vogelgriep van huisdieren naar mensen is nog niet beschreven, maar het advies is wel om algemene hygiënemaatregelen te treffen bij het hanteren van zieke huisdieren. Eigenaren wordt geadviseerd de dieren binnen te houden zolang ze ziek zijn en handen te wassen na contact met het dier. Verder wordt het afgeraden om zich te laten likken door het dier en om het dier in bed te laten slapen.

Diagnostiek

Bij acute klinische infectie wordt diagnostiek op basis van PCR geadviseerd. Een dierenarts kan droge swabs (zonder transportmedium) nemen, zoals keel-/neus- en rectaalswabs, en deze direct naar het WBVR sturen voor onderzoek. Monsters kunnen worden ingestuurd naar WBVR met toevoeging van een ingevuld opdrachtformulier: Diagnostiek: Hond en kat - WUR

Stappen voor het insturen via het opdrachtformulier:

  1. Gebruik het ‘Opdrachtformulier diagnostiek hond en kat’.
  2. Neem bij voorkeur één keel-/neusswab en één rectaalswab. Houd de swabs apart van elkaar en stuur deze op. Vermeld duidelijk welke swab welke is (mag in één pakketje).
    Omdat de optie ‘Droge swab’ (nog) niet als type onderzoeksobject vermeld staat op het opdrachtformulier: Kruis ‘Overig’ aan en vermeld duidelijk ‘droge swab’.
  3. Bij het veld ‘Niet-serologische onderzoeken’ gebruik de testcode: AI03 - Aviaire Influenza PCR (individueel).

De kosten voor diagnostiek worden niet vergoed en zijn voor rekening van de dierhouder. De uitslag kan binnen 1-3 werkdagen worden verwacht.

Adres:
Wageningen Bioveterinary Research
T.a.v. afdeling DSU
Houtribweg 39
8221 RA Lelystad

Een positieve uitslag dient bij de NVWA gemeld te worden via 045-54 63 188. Er is geen bestrijdingsplicht bij huisdieren, het dier zal dus niet geëuthanaseerd worden. De NVWA kan de huisdiereigenaar advies geven om verdere verspreiding te voorkomen en indien gewenst/noodzakelijk kan een onderzoek worden gedaan naar de achtergrond en eventuele verdere verspreiding van het virus. De lokale GGD kan hierbij betrokken worden.

Meer informatie

Verder lezen

Bron: Vetinf@ct - december 2025

Vetinf@ct is een gezamenlijke uitgave van WBVR, faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, GD, KNMvD, RIVM en de NVWA. Deze nieuwsbrief is speciaal opgezet voor veterinairen en wordt verstuurd op het moment dat er actuele informatie over zoönosen is.

Dossierpagina vogelgriep

Oude browser

We zien dat u gebruik maakt van een verouderde browser. Niet alle onderdelen van de website zullen daardoor goed functioneren. Download nu de laatste versie van uw browser om veilig te kunnen surfen.

GD maakt gebruik van cookies om onze website te analyseren en de functionaliteit te verbeteren. Meer info vind je in ons cookiebeleid.